In dit deel behandelen we de plaats van het bijvoeglijk naamwoord en de betekenisverandering in functie van de plaats.
In deel 1 van het bijvoeglijk naamwoord zagen we dat het bijvoeglijk naamwoord standaard achter het zelfstandig naamwoord wordt geplaatst :
une voiture rapide, une fille intéressante, un travail difficile
(1) Er zijn echter enkele (meestal) korte bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord worden geplaatst. Die adjectieven zijn de volgende :
bon /mauvais
beau/jolie
petit/grand/gros
nouveau/jeune/vieux
double/demi
autre/même
(2) De woorden premier (eerste), dernier (laatste), prochain (volgende) worden voor het zelfstandig naamwoord geplaatst indien ze een rangorde (plaats in rangschikking) bepalen :
Le premier candidat / Le prochain candidat / Le dernier candidat
In datums echter worden prochain en dernier na het zelfstandig naamwoord geplaatst :
Qu’est-ce que tu vas faire mardi prochain / le mois prochain ? [komende dinsdag…]
Mardi dernier / Le mois dernier, j’ai vu un ovni. [Afgelopen dinsdag/ maand…]
(3) De adjectieven beau, vieux, nouveau worden respectievelijk bel, vieil, nouvel indien ze voor een mannelijk woord staan dat met een klinker begint :
un vieil homme / un bel arbre / un nouvel ordinateur
(4) Het lidwoord des mag je veranderen in de als het adjectief dat voor het zelfstandig naamwoord staat in het meervoud staat :
de belles filles / de gros mensonges / de bonnes élèves
Sommige adjectieven veranderen van betekenis naargelang ze voor of achter het zelfstandig naamwoord staan . Dit geldt onder meer voor grand, curieux, seul, ancien :
| un grand homme (een groot man) | un homme grand (een grote man) |
| un curieux voisin (een vreemde man) | un voisin curieux (een nieuwsgierige man) |
| une seule femme (slechts één vrouw) | une femme seule (een vrouw die alleen is) |
| mon ancien appartement (mijn vroeger appartement) | un appartement ancien (een oud appartement) |
(5) De adjectieven grand en petit en vieux hebben soms ook een kwantitatieve waarde (ze drukken soms een hoeveelheid uit) :
- un grand amateur du beau sexe (een groot liefhebber van het mooie geslacht)
(= il aime beaucoup les femmes)
- un petit mangeur (een kleine eter)
(= il mange très peu)
- un vieux client (een klant sinds jaar en dag)
(= client depuis très longtemps