Waarom zou ik dit programma gebruiken en niet gewoonweg DeepL (Linguee), ChatGPT of een andere AI-tool zoals Reverso ?
Bovengenoemde tools zijn erg nuttig voor iemand die de taal reeds goed (of totaal niet) beheerst en snel documenten in een andere taal wenst op te stellen of te vertalen zonder al te veel tijd te verliezen. Verder kunnen studenten er baat bij hebben om tijd te besparen of hulp te krijgen bij het opstellen van werken. Deze tools zijn echter niet zinvol voor mensen die een taal leren en deze actief moeten kunnen gebruiken. Door deze tools systematisch te gebruiken bij oefeningen tijdens het leertraject schakelen studenten het eigen nadenken over de taal uit en bouwen ze ook helemaal geen kennis over de taal op. Er wordt een oplossing geboden en die wordt onkritisch overgenomen. Bovendien wordt er in deze programma’s ook geen expliciet onderscheid gemaakt tussen de verschillende taalregisters en krijgt de gebruiker ook geen uitleg over het waarom van sommige constructies of woordkeuzes. Via Lexogoth wordt de taalleerder echter verplicht om kritisch naar de aangereikte voorbeelden te kijken en datgene te selecteren wat het dichtst aansluit bij zijn vraag. Deze aanpak biedt talrijke voordelen : zo zal een leerder vaak dezelfde voorbeelden steeds opnieuw lezen en op die manier al lezend zijn lexicale kennis (aanzienlijk) uitbreiden. Bovendien verwerft hij door de talrijke opmerkingen ook de broodnodige kennis over het gebruik van woorden, een absolute voorwaarde om een competent taalgebruiker van een vreemde taal te worden. Bovenstaande elementen worden niet aangereikt door vertaalwebsites zoals Reverso of DeepL die bovendien soms een foute vertaling genereren voor sommige input. Daarbij komt nog dat de bovengenoemde AI-tools hoofdzakelijk getraind zijn op schriftelijke corpora en dus vooral schrijftaal aanbieden; daarom hoeft het ook niet te verwonderen dat ze moeite hebben met het informele taalgebruik dat hoofdzakelijk een mondelinge aangelegenheid is en waaraan we in Lexogoth wel een grote aandacht aan schenken. Lexogoth is, in tegenstelling tot ChatGPT of andere AI-tools, dus helemaal geen productiviteitstool die teksten genereert of vertaalt en benaderende oplossingen voorstelt. Het programma is een echte leertool die voor elke zoekterm een of meerdere courante voorbeelden toont die werden geverifieerd in talrijke referentiewerken én in een corpus zodat de leerder zich een correct beeld kan vormen over de manieren waarop een woord daadwerkelijk gebruikt wordt in de doeltaal. Dergelijke elementen, grotendeels afwezig in de AI-tools, zijn volgens ons onontbeerlijk om een stevige kennis van een vreemde taal te verwerven.
Is Lexogoth een volwaardige lesmethode ?
Nee, het programma Lexogoth werd ontworpen om naast bestaande lesmethoden gebruikt te worden en mag niet opgevat worden als een volledig op zichzelf staande cursus. Het programma bevat immers geen oefeningen en de kennis die via de lessen wordt aangeboden (grammatica, woordenschat, taalhandelingen) dient alleen om de student (niveau A1-A2) zelfstandig bepaalde punten te laten herhalen of opfrissen. De lexicale database, de hoofdbrok van Lexogoth, werd bovendien niet opgebouwd volgens een stijgende moeilijkheidsgraad; het is de bedoeling dat studenten deze database raadplegen bij het studeren van woordenschat en bepaalde grammaticale topics (bv. het verschil tussen “à condition de” en “à condition que“, de wijs na “le fait que“,…) zodat het verwerven van woordenschat en vaste combinaties (les locutions) efficiënter en grondiger kan verlopen. Een dergelijke hulp is meestal afwezig of zeer summier in het huidige aanbod aan digitale methoden.
Welke zijn de gebruikte taalregisters ? Wat is het belang ervan ?
Soms geven we, naar het voorbeeld van de geconsulteerde werken, mee tot welk taalregister of taalniveau een bepaald woord behoort. De onderscheiden taalregisters zijn familiaire taal, chique(re) taal, standaardtaal, vulgaire taal, volkse taal. De meeste woorden en uitdrukkingen die we in ons lexicon opnamen, behoren tot de courante standaardtaal (le registre courant), dat wil zeggen dat dit woord gebruikt wordt in dagelijkse taal in vrijwel alle situaties. De familiaire taal (registre familier) behoort tot de losse omgangstaal, dat is een taal die je meestal niet hanteert in formelere, serieuzere situaties. In het Nederlands spreekt men vaak over informele taal. Het chiquere taalgebruik (le registre littéraire / soutenu) of het formele taalgebruik kenmerkt zich door een gesofisticeerde taal en complexere, geraffineerdere uitdrukkingen. Dan hebben we nog het volkse taalniveau (le registre populaire), vaak een synoniem voor taal die wordt gebruikt in sociaal achtergestelde milieus. Het vulgaire taalgebruik (le registre vulgaire), wel ja, daar moeten we geen uitleg bij geven. Dit soort taal heeft slechts een erg beperkte inzetbaarheid en moet je voorzichtig hanteren. Sommige gesprekspartners zijn al wat gevoeliger dan anderen en zullen sneller aanstoot nemen aan het gebruik van vulgaire termen. We vermelden de registers om de taalleerder van een vreemde taal wat houvast te geven bij het verwerken en inzetten van de woorden en structuren in een vreemde taal ; bij het leren van de vreemde taal moet je het immers doen zonder de aangeleerde normen van je moedertaal en dan kan je al eens kemels schieten. Wees nu eerlijk, wat zouden jullie ervan denken mocht iemand aan jullie in gebroken Nederlands op de trein vragen of « hij zich naast jou mag neervlijen » ?
Indien we geen taalregisters vermelden bij een woord kan je aannemen dat het woord tot de courante taal behoort. We hebben bij het behandelen van de verschillende betekenissen een bijzondere aandacht gegeven aan het familiaire (informele) taalgebruik. Meer informatie over de taalregisters vind je terug verderop in de FAQ (paragraaf over varëteiten van het Frans).
Variëteiten van het Frans: taalniveaus, belgicismen en anglicismen
We besteden in Lexogoth de nodige aandacht aan de verschillende variëteiten van het Frans. Zo vermelden we meestal tot welk taalregister een woord of een constructie behoort. We onderscheiden in Lexogoth 4 ruime taalregisters voor de behandelde woorden en constructies :
– de standaardtaal of courante taal, dat is de taal zoals die in het dagelijkse leven wordt gebruikt op het werk, op school en in de media.
– de chiquere, verzorgde en literaire taal: woordenschat en constructies waarvoor toch wel aanzienlijke lexicale kennis verondersteld wordt en die vooral tot het geschreven taalgebruik behoren
– de familiaire taal: dit is het informele taalgebruik, gangbaar tussen sprekers die elkaar goed kennen; vooral mondelinge taal
– de volkse taal (registre populaire): Dit is de zeer informele taal die bijna uitsluitend mondeling ‘bestaat’ en zich kenmerkt door een nonchalante uitspraak, weinig lexicale en syntactische variatie, makkelijke constructies, gebruik van grove (vulgaire) woorden, gebruik van verlan en anglicismen, … Om die redenen beschouwt men het volkse register als het laagste taalniveau. Deze variëteit heeft voor de meeste vreemdetaalleerders slechts een beperkte, communicatieve inzetbaarheid. We raden de gebruikers aan om zeer voorzichtig met dit register om te springen en om dit niet lichtzinnig te gebruiken zonder eerst goed de communicatieve context begrepen te hebben.
Voor meer uitleg over de kenmerken van de verschillende taalregisters verwijzen we naar het document dat via het menu grammatica in Lexogoth kan geraadpleegd worden: Uitbreiding 12: les registres de langue
We signaleren aan de gebruiker ook steeds wanneer hij te maken heeft met een belgicisme. Een belgicisme is een uitdrukking die vooral gebruikt wordt door Belgische Franstaligen en buiten België nauwelijks of geen verspreiding kent; belgicismen worden met andere woorden niet tot de algemene standaardtaal gerekend. Deze belgicismen komen in veel gevallen voort uit de regionale varianten van het Belgisch Frans, uit het Nederlands, meer bepaald het Vlaams of het Standaardnederlands, of uit het Waals, een zustertaal (met talrijke varianten) van het Frans die van oudsher in Zuid-België werd gesproken en na WOI definitief werd verdrongen door het Frans. De bekendste belgicismen zijn ongetwijfeld « nonante », « septante » en het overmatig gebruik van « savoir ». De lezer zal moeten oordelen, in functie van het communicatieve doel, of het aangewezen is om dit belgicisme al dan niet te gebruiken. Je kan makkelijk de meeste (lexicale) belgicismen in Lexogoth terugvinden door de zoekterm « belgicisme » in te geven. We besteden in Lexogoth bijna uitsluitend aandacht aan de Franse belgicismen en niet aan de Nederlandse belgicismen.
Ook het Frans in niet immuun voor de invloed van het Engels en we besteden dan ook de nodige aandacht aan de anglicismen. Anglicismen zijn constructies en woorden die rechtstreeks uit het Engels (meestal Amerikaans-Engels) werden overgenomen in het Frans. De lezer kan deze makkelijk terugvinden door de zoekterm “anglicisme” in te typen in het zoekveld (optie taal: Frans).
Hoe beslis je welke woorden worden toegevoegd aan Lexogoth ?
Het corpus van Lexogoth bestaat uit twee delen: de eerste laag (ongeveer 1/5 van het totale aantal voorbeelden) bestaat uit de lexicale items die een student geacht wordt te kennen voor de ERK-niveaus A1-A2. De tweede laag voorbeelden (4/5 van het totale aantal voorbeelden) bestaat uit items die we regelmatig tegenkwamen in:
– de Franstalige media, vooral op de Belgische en Franse nieuwsmediawebsites (voorbeelden standaard schrijftaal)
– Franstalige internetfora en blogs (voorbeelden spreektaal en informeel taalgebruik)
– overheidsdocumenten: voorlichtingscampagnes ministeries, beknopte verslagen parlement (Belgisch), websites ministeries
– geschreven pers (Charlie Hebdo, Le Monde, Le Soir, La Libre Belgique)
De frequent voorkomende lemma’s en de zinnen waarin ze werden gebruikt werden vervolgens geverifieerd in minstens drie referentiewerken uit de volgende lijst:
– Dictionnaire Le Petit Robert, Dictionnaire de l’Académie française, Dictionnaire Larousse
– De open source-woordenboekenvan La langue française en de Wiktionnaire
Indien de betekenis kon teruggevonden worden in bovenstaande werken, dan bevroegen we de concordancer SketchEngine om een idee van de frequentie van het gebruik te kennen. Als het woord voldoende frequent was, dan voegden we een of meerdere voorbeelden toe aan ons corpus. Indien het woord weinig tot niet voorkwam in de concordancer, dan opteerden we er meestal voor om het niet op te nemen in het corpus. Het gebeurde ook soms dat een woordbetekenis in geen van de bovenstaande referentiewerken terug te vinden was en dan voegden we het woord slechts toe op voorwaarde dat er in internetfora of de concordancer voldoende gebruikersvoorbeelden te vinden waren.
Ondertussen bevat Lexogoth ruim 31 000 aanklikbare items en we zijn nu bezig met het opvullen van de lacunes die (zeer zeker) nog aanwezig zijn in het werk: we overlopen de in Lexogoth aanwezige lijsten en vergelijken die met de woordenlijsten van woordenboeken: wat nog niet aanwezig was maar wel een courant gebruik kent, voegen we dan toe aan de hand van duidelijke gebruikersvoorbeelden. Dit proces zal zeker meerdere jaren in beslag nemen; momenteel is de letter “d” volledig afgewerkt en werken we aan de letter “e” (december 2025).
De hervormde spelling
We hebben in ons lexicon getracht om zoveel mogelijk rekening te houden met de hervormde spelling van 1990 en deze systematisch toe te voegen aan het corpus. Bij de meeste woorden hanteerden we de klassieke spelling en gaven we vervolgens de vernieuwde spelling op het einde van de zin. Deze herken je door de toevoeging ORT.
In principe zijn dus beide schrijfwijzen van een woord opgenomen bij de zoektermen ; er zijn echter nog wel wat woorden waarvoor we dit nog niet hebben kunnen doen en daarom raden we de gebruikers aan om zeker woorden met een ‘accent circonflexe’ (ja, dat dakjesaccent) op te zoeken met én zonder accent om zeker alle relevante zoekresultaten te krijgen. Als je bijvoorbeeld wil zoeken naar « croître » dan zoek je best zowel naar « croître » als naar « croitre ». We hebben deze hervormde spelling nog niet systematisch ingezet. Onthoud wel dat de spelling van voor de hervorming niet als verouderd of foutief mag worden beschouwd, deze spelling blijft voor « onbepaalde tijd » geldig en is volledig evenwaardig aan de hernieuwde spelling. Kwestie van de zaken te bemoeilijken.
Als ik in de woordenlijst ‘fait’ aanklik, krijg ik ook alle zoekresultaten voor het werkwoord ‘faire’ te zien. Waarom is dat het geval en hoe kan ik dat vermijden?
Het programma Lexogoth is gebaseerd op zo’n 2500 bladzijden tekst, Nederlands en Frans gecombineerd. Bij het opstarten van het programma worden deze teksten door het programma doorlopen en kent de ‘tokenizer-lemmatizer’ van het programma alle mogelijke etiketten toe die op een woord van toepassing zijn. Zo zal het woord ‘fait’ gekoppeld worden aan zowel ‘substantif’ (un fait) als aan ‘verbe’(faire). Om deze reden zal je bij het aanklikken van ‘fait’ in de woordenlijst zowel de resultaten voor ‘faire’ als voor ‘un fait’ (en ook ‘en fait’, ‘au fait’,…) te zien krijgen. Voor woorden die niet zo frequent zijn, is het geen probleem om door de enkele voorbeelden te lezen om zo bij de gewenste vorm uit te komen maar voor erg frequente woorden is dit wel een probleem. Om de lezer hierin tegemoet te komen, hebben we manueel etiketten toegevoegd zodat hij makkelijker de gewenste categorie van een woord met meerdere etiketten kan terugvinden. Bijvoorbeeld, voor ‘fait’/’faire’ voegden we de volgende etiketten toe: ‘fait[substantif], faire[verbe], fait[en_fait],…’. Op deze manier zal de lezer makkelijker zijn weg vinden tussen alle voorbeelden. Gebruik wel de visuele zoekmethoden om deze mogelijkheid te benutten.: FAQ
Hoe zoek ik naar uitdrukkingen die uit meerdere woorden bestaan ? Wat is de betekenis van het « liggend streepje » in woorden ? En waarom staat « parce que » wel als « parce_que » in de woordenlijst maar « pour que » als « pour[pour_que] » ?
Het liggend streepje voegden we intern toe om aan te duiden dat de woorden bij elkaar horen en een eenheid vormen. Zo wordt ‘parce_que’ als één woord beschouwd terwijl de computer ‘parce que’ als twee woorden beschouwt. Als je echter in het woordenboek gaat kijken zal je daarin de sequentie ‘parce_que’ zonder problemen terugvinden maar niet ‘pour_que’. Waarom is dat ? Om te vermijden dat het woordenboek onoverzichtelijk en slecht leesbaar zou worden door systematisch elke vaste uitdrukking als één string toe te voegen (bv : à_bride_abattue, en nog alle uitdrukkingen die met het voorzetsel ‘à’ beginnen) kozen we ervoor om de samengestelde uitdrukkingen en woorden toe te voegen op basis van de betekenisrijke woorden die deel uitmaken van de uitdrukking. In het voorbeeld hierboven zal je de uitdrukking dus terugvinden bij de lemma’s ‘bride’ onder ‘bride[à_bride_abattue]’ en ‘abattre[à_bride_abattue]’ maar niet onder het betekenisloze voorzetsel ‘à’. Maar waarom vinden we dan niet ‘parce que’ terug onder ‘parce[parce que]’ ? Omdat ‘parce’ geen geldig en bestaand lemma is in de Franse taal, vandaar zijn rechtstreekse toevoeging. Deze opmerking geldt vaak ook voor anglicismen. Samengevat : voor samengestelde woorden zoek je best visueel (woordenboek of autocomplete) met de kernwoorden waaruit de uitdrukking of het woord bestaat.
Waarom vind ik niet zomaar alle samengestelde woorden terug zoals ‘pomme de terre’ of ‘film d’horreur’ ?
In het Nederlands geldt de norm dat woorden aan elkaar geschreven worden en dus typografisch als een woord kunnen worden beschouwd. In het Frans worden samengestelde woorden het vaakst aangemaakt met voorzetsels, dat wil zegen dat één ‘woord’ vaak uit meerdere door een witruimte gescheiden woorden bestaat. Voor een tekstprogramma is dat natuurlijk een nachtmerrie. Want hoe maken we nu het onderscheid tussen een echt woord (zoals bijvoorbeeld pomme de terre) en een toevallige samenstelling ? Het is niet altijd duidelijk waar je de grens moet trekken om een lettersequentie (of sequentie van klanken) te erkennen als woord : in het Nederlands zeggen we bv. aardappel (1 aaneengesloten sequentie van letters) terwijl het Frans meer dan 3 ‘woorden’ nodig heeft om hetzelfde object (de aardappel) te benoemen, namelijk pomme de terre. Stel dan even dat we pomme de terre erkennen als één woord (omdat bijvoorbeeld de sprekers van de taal dit woord niet meer analyseren als de som van 3 verschillende woorden, namelijk een appel uit / van
de grond, maar als geheel), wat doen we dan met woorden als film d’action / film d’aventures… waarvoor de zaken al iets minder duidelijk zijn ? Moeten we die dan ook het statuut van ‘woord’ toekennen omdat ze net dezelfde vorm hebben als het
aardappel-voorbeeld terwijl zij wel nog kunnen geanalyseerd worden op basis van hun componenten? De intuïties hierover zullen waarschijnlijk uiteenlopen en dat weerspiegelt zich natuurlijk ook in de zoekresultaten. Zo moesten we bijvoorbeeld beslissen welke woordgroepen een eenheid vormden en welke niet : in het voorbeeld hierboven verkozen we om film d’action als 3 losse woorden te zien terwijl onze
pomme de terre als 1 woord wordt gezien.
Wat betekenen de afkortingen SYN, LOC, EXP, CONT, ORT, PROV ?
– CONT(A : B) : dit betekent dat het antoniem (tegenovergestelde) van woord A het woord B is. Deze relatie voegden we slechts sporadisch toe.
– PROV : Dit betekent dat we te maken hebben met een zegswijze of spreekwoord. De zegswijzen zullen we pas in een later stadium toevoegen ; ze hebben immers ook maar een beperkte bruikbaarheid voor taalleerders (en gebruikers in het algemeen).
– SYN(A : B, C, D,…) : dit betekent dat woord A de woorden B,C,D als synoniem heeft. Let op, soms geldt de relatie slechts voor een betekenis van het woord !
– ORT(A,B,C) : Dit geeft de hervormde spelling of een alternatieve spelling van een woord weer. Als je bijvoorbeeld een zoekresultaat hebt met het woord ‘connaît’, dan zou er wat verderop moeten staan : (ORT : connait).
– LOC() : Deze afkorting staat voor locution(adjectivale, adverbiale, verbale,…) en geeft de ‘vastgeroeste’ woordgroepen weer die in de taal vaak voorkomen. Woordgroepen zoals ‘à cause de, pour que, demander pardon’ vallen onder deze ietwat vage definitie. We plaatsten onder LOC ook alle wederkerige werkwoorden of soms werkwoorden die een onverwacht vast voorzetsel hebben. Voor het Nederlands bevat LOC ook de niet gescheiden vormen van de werkwoorden (bv : doorlopen, rondkomen). Als er bijvoorbeeld een analyse is van de zin ‘Jan spreekt af met Marie’, dan herkent de computer (en misschien de student ook niet) niet automatisch het woord ‘afspreken’, vandaar dat we dit dan toevoegen onder LOC.
– EXP() : Deze afkorting staat voor les expressions, uitdrukkingen. Ongetwijfeld rijst de vraag wat het verschil nu is met de vaste woordgroepen die we hierboven les locutions noemden. We beschouwen een woordgroep als expression indien het op het eerste gezicht niet duidelijk is hoe we van de som van de betekenissen komen tot de gehele betekenis van de uitdrukking. De criteria om locutions en expressions van elkaar te scheiden zijn best wel wat complexer, maar omwille van de praktische aard van het programma kozen we ervoor om tussen beide slechts een rudimentair onderscheid te maken ; het maakt immers voor een taalleerder niet zoveel uit of iets nu een locution of een expression is. Bij updates zullen we beide systematischer proberen te onderscheiden. Als je met andere woorden een zoekopdracht wil lanceren naar alle vaste uitdrukkingen met het woord ‘main’ dan zoek je voor alle zekerheid eerst naar ‘LOC main’ en vervolgens naar ‘EXP main’ zodat je beide resultaten vervolgens kan samenleggen.
Waarom biedt dit programma geen spellingcorrectie aan en waarom verbetert het ook geen zinnen ?
Dit programma beschikt niet over de nodige modules (parser met regels) om een zin syntactisch te analyseren. Willen we dit bereiken dan moeten we een parser toevoegen die kan oordelen of een zin correct gevormd is of niet. Spijtig genoeg houdt het daar niet bij op want omdat we in een « leercontext » zitten, zou deze parse-module ook moeten kunnen zeggen waar de fout juist zit (een notoir moeilijk en onopgelost probleem) en suggesties doen om de zin te verbeteren. Dit laatste is een uitdaging vanjewelste en kan niet snel en makkelijk geïmplementeerd worden. Bovendien is het programma ook geen spellingcorrector, al kan het daar wel via enkele tweaks in de zoekopdrachten voor ingezet worden. Een spellingcorrector doet een oppervlakkige parse van de tekst en suggereert eventuele fouten aan de gebruiker op basis van de directe nabijheid van de omringende woorden . Als je wil weten of je kan zeggen ‘une vieux femme’ dan kan je de sequentie ‘vieux femme’ wel ingeven en dan zal het programma de etiketten retourneren van beide woorden. Al snel zal je opmerken dat deze etiketten niet verenigbaar zijn: ‘mannelijk meervoud, enkelvoud’ voor ‘vieux’ past niet bij ‘vrouwelijk enkelvoud’ voor ‘femme’ !
Hoe moet je het programma updaten?
Zoals hierboven gezegd kan je Lexogoth uitsluitend via de Microsoft Store verkrijgen. We verbinden ons ertoe om driemaandelijks updates voor het programma uit te brengen. Deze updates hebben vooral betrekking op de uitbreiding van het tekstcorpus en de verbetering van fouten. Het updateproces verloopt als volgt: Je opent de Microsoft Store-app op je computer, vervolgens selecteer je Library (Bibliotheek), daarna krijg je de optie Update (Apps) te zien. Als je die aanklikt worden alle apps geüpdatet. Onthoud dat het updaten van Lexogoth steeds manueel via de Microsoft Store -app dient te gebeuren en dat dit niet automatisch gebeurt via de reguliere Windows-updates. Organisaties die een groepsaankoop hebben verricht, krijgen een update via e-mail.
Opmerkingen in verband met de installatie van Lexogoth en de laadtijden
* Belangrijk: vanaf versie 3.8 van Lexogoth (huidige is v.3.11) moet de gebruiker niet meer eerst de Microsoft Visual c++ redistributable, minstens versie 14.40.x, architectuur x64 geïnstalleerd hebben; we voegden de nodige files zelf al toe aan het installatieprogramma. Mochten er bij het openen van Lexogoth foutmeldingen komen over ontbrekende bestanden, dan surf je naar onderstaande link en download en installeer je de Microsoft Visual C++ redistributable (architectuur x64): https://learn.microsoft.com/en-us/cpp/windows/latest-supported-vc-redist?view=msvc-170 [onder de titel Latest Microsoft Visual C++ Redistributable Version] Daarna probeer je Lexogoth opnieuw te installeren.
*Indien je Windows-besturingssysteem in S-modus draait (zeldzaam), kan het programma mogelijk niet goed werken. Een oplossing zou dan kunnen zijn dat je de S-modus uitschakelt of dat je het programma naar een andere computer downloadt en het daarop installeert. Deze mogelijke beperking heeft te maken met machtigingen die niet worden verleend aan programma’s door een besturingssysteem in S-modus.
*Het duurt toch zo’n acht à tien seconden om het programma te laten opstarten ; deze laadtijd is te wijten aan de grote hoeveelheid gegevens die in het geheugen moet worden geladen (ongeveer een zestal ‘lexicons’). Zodra het programma echter is opgestart, kan elke zoekopdracht in een fractie van een seconde worden voltooid.
*Indien je merkt dat het resizen van het programma haperend verloopt, dan zullen er in het venster van de zoekresultaten wellicht al duizenden voorbeeldzinnen staan, zonder dat je je daarvan bewust bent. De gemakkelijkste oplossing is dan om je scherm te verversen (refresh- icoon) en het resizen zal weer vlot kunnen verlopen.