Hieronder leggen we uit hoe Lexogoth tot stand kwam, welke principes we volgen, en hoe we een rijk corpus van authentieke Franse taal hebben samengesteld. Voor taaldocenten, experts vreemdetalenonderwijs en nieuwsgierige gebruikers biedt deze tekst een diepere inkijk in de visie en aanpak achter Lexogoth.
INHOUDSTAFEL
1. Ontstaan van Lexogoth en primaire doelstelling
2. Samenstelling van het corpus: op basis van welke criteria werden woorden en structuren geselecteerd ?
2.1 Theoretische basis voor Lexogoth
2.2 Selectie en opbouw van het corpus
2.2.1 Een empirische aanpak
2.2.2 Structuur van het corpus
2.2.3 Structuur van de entries in Lexogoth
2.3 Taalregisters, geografische varianten en taalvariëteiten
3. Hoe onderscheidt Lexogoth zich van andere taalapps en websites?
4. Hoe studeren we nu best woordenschat en hoe kan Lexogoth hierbij helpen ?
5. Een project dat gaande is
6. bibliografie
1. Ontstaan van Lexogoth en primaire doelstelling
Lexogoth is ontstaan uit een frustratie die elke vreemdetaalleerder al ondervonden heeft wanneer hij woordenschat moet studeren: het vinden (zoeken naar…) de juiste woordcombinaties en de vaststelling dat het leren van woordenlijsten onvoldoende is om vlot aan communicatieve oefeningen deel te nemen.
Deze moeizame overgang is volgens ons te wijten aan een gebrekkige studiemethode en inoefening voor woordenschat: Studenten vreemde talen beginnen bijna allemaal met het studeren van woordenschat via lijsten aan het begin van hun leertraject om op snelle en efficiënte wijze een kleine basiswoordenschat op te bouwen. Deze aanpak wordt in vele handboeken (Frans) gewoon verdergezet in de vervolgjaren van het leertraject, maar door deze piste te blijven bewandelen belast men de student met een serieuze handicap wanneer hij in een later stadium zelf betekenisvolle taalhandelingen zal moeten stellen en zal vaststellen dat een combinatie van grammaticale regels en losse woorden onvoldoende zijn om taalhandelingen op een redelijke wijze uit te voeren.
Deze aanpak via woordenlijsten verhindert studenten immers om verbindingen te leggen tussen de verschillende geleerde woorden en uitdrukkingen. Studenten leren met andere woorden een groot geheel van gescheiden lexicale eenheden zonder dat er een semantisch netwerk gecreëerd wordt dat al die lexicale elementen met elkaar verbindt. Dit gebrek aan interne samenhang leidt ook tot een oppervlakkige memorisering waardoor studenten de nieuw geleerde woorden sneller zullen vergeten dan wanneer ze stevig ingebed zijn in een netwerk. Woordenlijsten gaan ook vaak voorbij aan de complexiteit van een woord. Een woord is immers meer dan een definitie of een vertaling: om een woord goed te kunnen gebruiken moet men ook weten met welke complementen het wordt gebruikt, welke betekenis frequent is en welke niet, tot welk taalregister het behoort, in welke context het kan gebruikt worden, welke de synoniemen, antoniemen en afgeleide woorden zijn,… Daarbij komt nog dat de inoefening van de woordenschat in vele handboeken Frans ook te wensen overlaat: vaak worden er niet meer dan kruiswoordraadsels, invuloefeningen of aan te vullen lijsten aangeboden. Ruim onvoldoende om tot een gedegen lexicale kennis te komen…. Door de verstarde aanpak van woordenschatonderwijs én het gebrek aan ruime, betekenisvolle input die de betekenis én het gebruik van nieuw geleerde woorden moeten illustreren, zullen studenten slechts moeizaam vorderen in hun kennis van de vreemde taal, veel moeizamer dan het zou moeten zijn. Voor enkele interessante werken over woordenschatverwerving en de hierboven aangekaarte problemen, zie: Nation (2001), Thornbury (2002), Laufer (2022), Bentolila (2010).
Volgens ons moet woordenschat steeds in context onderwezen worden en moeten studenten voldoende blootstelling krijgen aan talrijke voorbeelden om het gebruik van de nieuw geleerde woorden duidelijk te illustreren en om sneller een robuust semantisch netwerk uit te bouwen. Het is vanuit deze visie dat we Lexogoth ontwikkelden: we willen studenten Frans een representatief corpus bieden met veelvoorkomende Franse woorden, uitdrukkingen en woordcombinaties in verschillende contexten en taalregisters. Dat stelt hen in staat om deze lexicale items efficiënter en sneller te onthouden en in te oefenen. We geven hieronder meer uitleg over de gebruikte methodologie en de totstandkoming van het corpus.
2. Samenstelling van het corpus: op basis van welke criteria werden woorden en structuren geselecteerd ?
2.1 Theoretische basis voor Lexogoth
De primaire fundamenten die aan de basis liggen van de ontwikkeling van Lexogoth zijn terug te vinden in twee evoluties binnen het vreemdetalenonderwijs die een serieuze opgang maakten in de jaren 1990:
– de Lexical Approach van Lewis (1993,“The lexical approach: The state of ELT and a way forward”)
– het gebruik van corpora met authentiek materiaal ter ondersteuning van het leerproces (corpuslinguïstiek)
Laten we beginnen met de Lexical approach van Lewis. Een van de belangrijkste principes van deze benadering was dat, in de context van het vreemdetalenonderwijs, taal niet meer mag opgevat worden als een verzameling van zinnen die opgebouwd zijn uit grammaticale structuren waarin je lexicale items moet plaatsen (de traditionele grammatica-aanpak in het talenonderwijs), maar eerder moet gezien worden als een geheel van ready-made uitdrukkingen, samengestelde woorden en regelmatige woordcombinaties die in het geheugen van de taalleerder opgeslagen worden en als dusdanig rechtstreeks én snel kunnen ingezet worden, weliswaar met minimale aanpassingen naargelang de gebruikssituatie.
Eenvoudiger gezegd vormt volgens Lewis dus niet de grammatica maar wel het netwerk van lexicale eenheden de basis van succesvol vreemdetalenonderwijs. Lexicale eenheden worden in deze context ook wel chunks genoemd en kan je definiëren als het geheel van individuele en samengestelde woorden, frequente woordcombinaties, uitdrukkingen en collocaties. Het idee van Lewis is dat docenten van vreemde talen vertrekken vanuit lexicale eenheden als fundament voor taalonderricht en de studenten voorzien van de nodige rijke en gevarieerde input door middel van authentieke teksten en gesprekken, en intensief gebruik van concordancers en woordenboeken.
De Lexical approach-aanpak met chunks biedt heel wat voordelen; hier zijn er enkele:
– Het gebruik van chunks verbetert de schrijfvaardigheid van vreemdetaalleerders (2022,Albaqami,The Role of Lexical Chunks in Promoting English Writing Competence among Foreign Language Learners in Saudi Arabia).
– Native-speakers berusten ook voor een belangrijk deel van hun communicatie op vooraf geformuleerde chunks of zinnen (Pawley en Syder,1983, Two puzzles for linguistic theory: Nativelike selection and nativelike fluency).
– Er zijn aanwijzingen die aantonen dat studenten die chunks leren een grotere vlotheid aan de dag leggen en beter scoren op spreekvaardigheid terwijl de studenten die individuele woorden leren het moeilijker hebben om on the spot zinnen te vormen. (2006, Boers, Eyckmans, Kappel, Stengers, Formulaic sequences and perceived oral proficiency: putting a Lexical Approach to the test)
Natuurlijk wekte Lewis’ voorstel om taalonderwijs vooral te enten op een hoofdzakelijk lexicale basis ook heel wat kritiek op; een overzicht van enkele belangrijke punten van kritiek op de methode:
– Op welke basis selecteert men woordcombinaties en uitdrukkingen en hoe kan men op basis van dergelijke elementen een cursus opstellen ? En aangenomen dat men de meest frequente woorden selecteert, hoe kan men op basis daarvan een heel jaarprogramma opstellen waarin al het (authentiek) materiaal rond de aan te leren combinaties moet draaien ? (Alison Wray, 2002, Formulaic Language and the Lexicon)
– Het is relatief makkelijk en overzichtelijk om een groot aantal woordenlijsten te leren en deze in het langetermijngeheugen te stoppen maar wat doet men met woordcombinaties waarbij studenten geacht worden om voor één woord tientallen courante combinaties te studeren? Dat lijkt ons praktisch niet haalbaar omdat het buitensporig veel tijd en energie zou vragen van studenten. (Alison Wray, 2002)
– Wat doen we met de grammatica? Grammatica, meer bepaald de syntaxis, bepaalt hoe we correcte zinnen bouwen. Waarom moet dat naar de achtergrond verdwijnen terwijl het toch een van de belangrijkste mechanismen biedt om nieuwe zinnen te creëren? En wat wordt de rol van grammatica binnen een lesmethode die gebaseerd is op de Lexical Approach ? (Rod Ellis, 2003, Task-Based Language Learning and Teaching)
Een tweede belangrijke ontwikkeling is die van de corpuslinguïstiek, een taalkundige discipline die ontstond in de jaren 1960 en die (meestal) via computer systematisch grote hoeveelheden taaldata verzamelt en onderzoekt om tendenzen te vinden. Enkele bekende (Engelstalige) corpora die je online kan vinden, zijn onder meer The Corpus of Contemporary American English (COCA) en The British National Corpus (BNC). Door de steeds betere toegankelijkheid van computers in de jaren 1990 kregen meer mensen, onder wie ook taaldidactici, toegang tot de verschillende corpora die voorheen alleen maar binnen onderzoeksinstellingen beschikbaar waren. Op die manier kon men volop beginnen na te denken over een eventuele inzet van tekstcorpora in het vreemdetalenonderwijs. Vanaf de jaren 2000 volgden verschillende initiatieven en pogingen om authentieke tekstcorpora tot bij de studenten te brengen en te integreren in het lesgebeuren door de creatie van onder meer elektronische woordenboeken die worden aangevuld met corpusmateriaal, concordancers om woordgebruik / syntactische constructies te bestuderen, syllabi met uitdrukkingen en woordcombinaties die gebaseerd zijn op hun frequentie,…
Beide ontwikkelingen, de Lexical Approach en corpuslinguïstiek, zijn de methodologische en theoretische basis geweest waarop we ons geïnspireerd hebben. We vertrekken vanuit het idee dat, zodra een student een zeker taalniveau heeft bereikt, taalverwerving, en meer bepaald verwerving van een vreemde taal, vooral moet draaien om het leren van authentieke en contextgebonden lexicale eenheden (frequente woordcombinaties, zinsstukken, vaste uitdrukkingen,…) die we zorgvuldig met behulp van tools uit de corpuslinguïstiek hebben samengesteld. Lexogoth combineert in één programma de vele voordelen van een concordancer en een woordenboek. Het programma verstrekt ook nuttig advies met betrekking tot het gebruik van woorden en woordcombinaties (frequentie, verheldering betekenissen, grammaticale problemen, register, uitspraak,…). De student moet door het gebruik van Lexogoth niet langer rekening houden met de nadelen die onherroepelijk verbonden zijn aan het individueel gebruik van deze tools:
– Concordancers geven zoekresultaten met voorbeeldzinnen die tot in de duizenden kunnen oplopen en waarin alle betekenissen van het gezochte lemma door elkaar staan. Als een student die een vreemde taal leert al die voorbeelden zelf moet doorlopen en op basis van woorddefinities uit woordenboeken al de verschillende gebruiken uit elkaar moet houden, zal het leerproces erg traag verlopen. In Lexogoth hebben we het zware werk voor de studenten al opgelost en de verschillende betekenissen duidelijk onderscheiden en voorzien van representatieve voorbeelden.
– De definities van online woordenboeken zijn in vele gevallen te abstract voor iemand die de taal leert en bieden weinig garantie op een correct gebruik van het te leren woord door een gebrek aan voldoende duidelijke voorbeelden. In Lexogoth bieden we duidelijke voorbeelden aan en voor vele woorden leggen we de definities uit in een aparte rubriek in het Nederlands zodat elke taalleerder zeker mee is.
– Concordancers zijn soms erg gespecialiseerde programma’s waarvan het gebruik niet makkelijk kan aangeleerd worden. De gebruikersinterface in Lexogoth is erg eenvoudig en intuïtief.
– De ‘oneindige’ lijsten voorbeelden die door corpora worden afgeleverd zijn niet geschikt om als rechtstreeks studiemateriaal te dienen: te veel voorbeelden, geen melding van register, geen voorstellen voor synoniemen, geen parafrases, geen socioculturele uitleg bij bepaalde fenomenen (zoals verlan), te veel ‘ruis’ in de data,…
We willen tot slot nog benadrukken dat Lexogoth geen lesmethode is zoals Lewis oorspronkelijk voor ogen had met de Lexical Approach (zie punten van kritiek hierboven), maar een hulpmiddel om studenten sneller frequente woordcombinaties en woorden in context aan te leren en een geheel van authentiek materiaal te geven waarmee ze systematisch en autonoom hun lexicale kennis kunnen inoefenen, herhalen en vooral uitbreiden.
Samengevat, de Lexical Approach en corpuslinguïstiek vormen dus de backbone van Lexogoth maar dat neemt niet weg dat de aanpak van Lexogoth aansluit bij een ruimer scala aan taalkundige en didactische theorieën. De geïnteresseerde lezer kan er hier meer over vernemen:
Overige inzichten uit de taalkunde en didactiek die in Lexogoth werden geïntegreerd:
- Didactische principes. [wordt nog aangevuld]
- Linguïstische principes. [wordt nog aangevuld]
2.2 Selectie en opbouw van het corpus
2.2.1 Een empirische aanpak
Zoals we hierboven al vermeld hebben zijn verklarende (of vertalende) woordenboeken geen ideale tool voor vreemdetaalleerders omdat er volgens ons te veel betekeniscomponenten van lemma’s, die noodzakelijk zijn voor een goed gebruik, niet expliciet genoeg worden gesteld. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de selectie van complementen door een werkwoord of het échte gebruik in de courante taal en niet het ‘virtuele’ gebruik uit woordenboeken of schoolboeken. Larousse geeft bijvoorbeeld voor de werkwoorden “frôler” en “friser” (le Robert en ligne) de volgende definities:
(a) [frôler] 1. Toucher légèrement en glissant, en passant. 2. Passer très près de, en touchant presque. ➙ raser. La voiture a frôlé le trottoir. au figuré: Frôler le ridicule.
(b) [friser] … 2. Passer au ras de, effleurer. (voir: frôler, raser) 3. Approcher de très près. Elle frise la soixantaine. Cela frise le ridicule.
Afgaande op bovenstaande definities zal iemand die frôler en friser wil gebruiken, stellen dat beide woorden grotendeels als synoniemen kunnen beschouwd worden. Na verificatie in de gebruikte corpora stelden we vast dat friser en frôler in een figuurlijke betekenis (abstracte complementen) als synoniemen kunnen beschouwd worden maar dat ze dat in de letterlijke betekenis (dwz gevolgd door concrete complementen) dan weer niet zijn omdat we nauwelijks gebruiksvoorbeelden konden vinden waarbij friser wordt gebruikt. Hoewel de definities grotendeels identiek zijn mag je dus niet stellen dat hun gebruik dat in realiteit ook is. Zo zal je nauwelijks of niet zinnen als un motard alcoolisé qui frisait dangereusement les passants dans le centre-ville de… tegenkomen.
Om taalleerders voor dergelijke problemen te behoeden en vlotter woordbetekenissen te laten leren hebben we er dus voor gekozen om de woorden en structuren, en hun verschillende betekenissen, die we in ons corpus opnemen steeds te controleren op frequentie. We deden dit aan de hand van twee middelen:
(a) raadpleging van het corpus French Web 2023 van SketchEngine(alle taalregisters)
(b) raadpleging van RTBF-corpus (Franstalig-Belgische televisie- en nieuwszender; standaardtaal), het corpus van Le Monde (Franstalige Franse krant; standaardtaal en verzorgd taalgebruik)
Daarna raadpleegden we de volgende referentiewerken om te verifiëren of het lemma of de woordcombinatie opgenomen was of niet en om de voornaamste betekenissen van het lemma in kaart te brengen:
– Le Robert (dictionnaire en ligne)
– Larousse (dictionnaire en ligne)
– Dictionnaire de l’Académie française (en ligne)
Na deze stap gingen we op zoek naar bruikbare voorbeelden voor de betekenissen die in de huidige Franse taal (ongeacht het register) worden gebruikt. We probeerden zo ruim mogelijk te zoeken naar bruikbare voorbeelden en raadpleegden de volgende middelen:
– het corpus French Web 2023 van SketchEngine
– de website www.languefrançaise.net, meer bepaald het algemene woordenboek en Bob, l’autre trésor de la langue voor familiair of volks taalgebruik
– Franstalige Belgische media: RTBF (publieke omroep), Belgische kranten: Le Soir, La Libre Belgique, La Dernière Heure, Franse kranten: Le Monde, Charlie Hebdo, Le Figaro, Le Parisien, Libération, Zwitserse kranten: 24 heures, Le Matin, la Tribune de Genève, Franstalige media uit Madagaskar, Canada, Congo (RDC), Haïti, Marokko en Algerije.
– Overheidswebsites van België en Frankrijk, in mindere mate Canada en Zwitserland; websites van bedrijven uit de Franstalige wereld; websites van internationale instellingen: Europese Unie, Verenigde Naties, NAVO, IMF,…
– Talrijke internetfora (vooral voor de familiaire taal en spreektaal); enkele van de voornaamste bronnen: JeuxVideo.com (vooral jongerentaal), Forum Santé – Doctissimo, Franstalige Reddit-kanalen, AlloCiné (filmkritiek), SensCritique (filmkritiek). Hierbij horen ook de talrijke blogs gaande van kapselarrangementen en technologie tot internationale politiek (alle taalregisters).
– Franstalige ondertiteling van recente films en reeksen; we hebben erop gelet dat de ondertiteling niet gegenereerd werd met AI maar door een Franstalige moedertaalspreker om de authenticiteit te garanderen.
– websites met taaladvies: de Banque de dépannage linguistique (Canada), de rubriek Dire et ne pas dire van de Académie, de opmerkingen van Larousse (dictionnaire en ligne), Projet Voltaire, het forum van Wordreference.com, de contrastieve grammatica Nederlands-Frans Grammar Warrior
Vervolgens selecteerden we voorbeelden die regelmatig terugkwamen op verschillende plaatsen en namen we deze gedeeltelijk (als chunks) of volledig (als zinnen) op in Lexogoth. We zorgden ervoor dat de voorbeelden duidelijk de bestaande (abstracte) betekenissen illustreren en dat er bijvoorbeeld in het geval van werkwoorden een duidelijke selectie van de verwachte complementen werd gebruikt. Hier komen we terug op het voorbeeld van “frôler” om dit te illustreren:
...sombrer dans la paranoïa communiste / Cela expliquera peut-être mieux sa méfiance qui frôle la paranoïa. / frôler le ridicule, l'illégalité, le burn-out, l'overdose / frôler la mort, la faillite / une balle lui a frôlé le coeur / Une grosse pierre, lancée par un inconnu, lui a frôlé le visage et a percuté la voiture derrière lui. / Le taux de participation aux élections frôle les 60 pour cent. / La police a interpellé un motard alcoolisé qui frôlait dangereusement les passants dans le centre-ville de Lille. ...
Omdat niet alles door middel van voorbeelden kan gezegd worden, voegen we regelmatig uitgebreide opmerkingen met betrekking tot het register, de compatibiliteit met bepaalde complementen, synoniemen,… toe om de taalleerder nog beter tot een correct gebruik te brengen. Voor “frôler / friser” voegden we bijvoorbeeld deze informatie toe:
(Opmerkingen): 1. In de figuurlijke betekenis van "net ontsnappen aan" of "grenzen aan" kan je "friser" ook als synoniem gebruiken: "friser la mort, la faillite, le burn-out, les 50 pour cent, ...". 2. In de letterlijke betekenis (rakelings langs iets scheren, lichtjes aanraken), waarbij het object van "frôler" [zoals in "la balle lui a frôlé le nez"] iets concreets is, lijkt de equivalentie tussen "frôler" en "friser" niet meer op te gaan, hoewel Larousse en de Académie beide woorden ook als synoniemen beschouwen in deze betekenis. In deze betekenis wordt het werkwoord "friser" niet of nauwelijks gebruikt; je zal dus niet tegenkomen: "...frisait les passants...","...frisé le visage..."
Indien een betekenis niet voorkwam in de woordenboeken (recente anglicismen, vulgaire taal, neologismen,…) maar wel een degelijke frequentie kende, kozen we er toch voor om het woord in ons corpus op te nemen. Als een woord of betekenis daarentegen wel door een of meerdere woordenboeken werd erkend maar niet of erg weinig in de geconsulteerde corpora verscheen, dan kozen we ervoor om het niet op te nemen.
Soms zagen we ons ook genoodzaakt om hier en daar de definities van de woordenboeken te comprimeren omdat de verschillen tussen sommige definities te fijnmazig waren om duidelijk onderscheiden te worden.
2.2.2 Structuur van het corpus
Het corpus in Lexogoth (juli 2025) beslaat twee delen: eerst hebben we de woordenschat van de belangrijkste lexicale velden voor de niveaus A1 en A2 van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) opgenomen als korte, bruikbare chunks (stukken zin of woordcombinaties) die specifiek gericht zijn op functionele taalvaardigheid voor beginners. Dit deel omvat grosso modo 15 procent van het totale corpus. Vervolgens hebben we verdergewerkt aan een uitdieping van deze woorden door hun belangrijkste en meest courante betekenissen en gebruiken toe te voegen. Dit eerste niveau omvat ongeveer 15 procent van het totale aantal voorbeelden.
Het tweede en grootste deel van het corpus bestaat uit een grondige uitdieping van de bestaande lemma’s en hun gebruik in de familiaire en courante dagelijkse taal, wat eerder het niveau B van het ERK bestrijkt. Een voorbeeld voor het werkwoord “descendre”:
(a) monter l'escalier / descendre l'escalier / croiser qn dans l'escalier / descendre, monter l'escalier quatre à quatre (b) L'incendie était terrifiant, nous confie une locataire. C'est la fumée qui m'a réveillée, j'ai réussi à descendre par l'escalier avec mon fils. / L'ascenseur ne fonctionne pas depuis ce matin; j'ai dû descendre par l'escalier. / descendre par l'escalier, par l'ascenseur / descendre de l'escalier, de l'échelle, d'un arbre ... / descendre du métro, du train, de la voiture, de son vélo.... / Où est ton frère? Il est dans sa chambre. Dis-lui de descendre immédiatement pour dire bonjour à mamie / monter dans sa chambre (c) prendre l'escalier pour monter à son appartement au 4e étage / Je suis monté en prenant l'escalier. / Pour monter sur une échelle, il faut monter une marche à la fois.
(Opmerkingen):1. "descendre l'escalier" of zonder complement "descendre" is "naar beneden komen via de trap". Deze constructie is de meest frequente. Merk op dat dit een transitief gebruik is van "descendre" en dat het hulpwerkwoord "avoir" is: "J'ai descendu l'escalier.". Als "descendre" geen COD bij zich heeft, dan gebruik je "être": "Je suis descendu. / Elle est descendue par l'escalier. /....". Hetzelfde geldt voor "monter". 2. "descendre de..." wordt vooral gebruikt in de betekenis van "naar beneden komen van (een object) waarop je zit, staat of geklommen ben" zoals in "descendre d'un arbre, d'une échelle" of "uit, van een vervoersmiddel komen" zoals in "descendre de son vélo, du train,...". Het hulpwerkwoord is hier ook "être". 3. "descendre par l'escalier,...": als men specifieert hoe (via welke weg) men naar beneden is gekomen, dan is dat vaak om dit in contrast met een andere wijze te plaatsen: "on descend par l'escalier ou par l'ascenseur?". 4. "une mamie" of "mamy" betekenen "grootmoeder", "papy" of "papi" verwijzen naar een "grootvader". Voor het meervoud kan je aan de woorden een "s" toevoegen: des "mamies, mamys, papis, papys". 5. "quatre à quatre" betekent "halsoverkop, vliegensvlug", vaak gebruikt met werkwoorden die een beweging uitdrukken zoals "grimper, monter, descendre, franchir,...".
Voor dit tweede deel voegen we systematisch ook de betekenissen en het gebruik toe dat we tot het gevorderde niveau kunnen rekenen (niveau C van het ERK); daarbij voorzien we regelmatig opmerkingen die de taalleerder moet helpen bij het juiste gebruik en instuderen van de nieuwe structuren. Nog een voorbeeld bij “descendre”:
...Je risque de me faire descendre en flèche sur ce forum, mais est-ce que je suis le seul à trouver ce film débile ? / Cherche pas, à ce prix-là, c'est du vol et ton appli va se faire descendre en flèche. / La presse argentine n'a pas attendu longtemps pour descendre en flammes la formation dirigée par Jorge Sampaoli.
(Opmerkingen): ... 2. "en flèche" kan je als adjectiefgroep gebruiken ("une montée en flèche") of als bijwoordgroep ("monter en flèche") 3. "en flèche" wordt het vaakst gebruikt met werkwoorden van "stijgen, verhogen" zoals "monter, augmenter, grimper,..." en betekent dan "pijlsnel". Ook redelijk vaak gebruikt bij werkwoorden van de betekeniscluster "partir, démarrer,...". De combinatie wordt ten slotte ook gebruikt bij werkwoorden die een daling uitdrukken, zoals "baisser, descendre,...", weliswaar in veel mindere mate. Zie volgende opmerking echter. 4. Soms wordt "descendre en flèche" ten onrechte gebruikt in plaats van de familiaire uitdrukking "descendre en flammes", wat betekent "iemand hevig bekritiseren, afmaken, afbreken". Zo had men hierboven beter geschreven: "...de me faire descendre en flammes..." en "...va se faire descendre en flammes".
In het tweede deel brengen we ook systematisch woorden en structuren aan die frequent opduiken in de media, op internetfora en op overheidswebsites. Door blootstelling aan authentiek en actueel materiaal kunnen taalstudenten media en literatuur over belangrijke maatschappelijke kwesties begrijpen en krijgen ze ook de middelen om zich hierover zelf uit te drukken.
2.2.3 Structuur van de entries in Lexogoth
De manier waarop de entries in Lexogoth werden opgebouwd vormt de kern van onze innovatieve benadering: we combineren de functionaliteit van een woordenboek, concordancer én leerboek. Het was een doelbewuste keuze om lexicale precisie, authentiek gebruik en didactische inslag bij elkaar te brengen zodat studenten Frans efficiënter en sneller frequente lexicale combinaties (chunks) kunnen verwerven, door middel van slimme herhaling of gerichte consultatie. Om die redenen zal de gebruiker verschillende soorten entries terugvinden in het corpus:
(a) Entries met exhaustieve behandeling van één lemma: deze entries sluiten het dichtst aan bij de woordenboekfunctie en illustreren de voornaamste gebruiken en betekenissen van een woord, vaak op overzichtelijke wijze geordend
(b) Entries rond een bepaald thema zoals fraude, klimaatopwarming, elektrisch rijden, … Deze entries vormen een goede basis om een lexicaal netwerk aan te leggen en uit te breiden
(c) Entries rond een taalprobleem op grammaticaal, lexicaal of pragmatisch vlak en waarmee studenten Frans geconfronteerd worden bij het gebruik van Frans
(d) Eenvoudige entries die een opsomming van woorden geven of slechts gewijd zijn aan één uitdrukking of combinatie. Deze entries zijn er vooral op gericht om een basiswoordenschat uit te bouwen.
Dankzij de gevarieerde opbouw van de entries en corpus zal de gebruiker op een doeltreffende en flexibele manier nieuwe woordenschat en frequente lexicale patronen kunnen verwerven.
2.3 Taalregisters, geografische varianten en taalvariëteiten
We trachten in Lexogoth de diversiteit van het Frans zo breed mogelijk te belichten. Zo besteden we veel aandacht aan de geografische varianten van het Frans, meer bepaald aan de belgicismen. Belgicismen zijn Franse woorden, structuren,… die eigen zijn aan het Frans dat in België wordt gebruikt maar daarbuiten weinig verbreiding kent; aan de andere taalvariëteiten zoals het Frans van Canada, Zwitserland, Luxemburg, Congo, Algerije,… besteden we minder aandacht in ons werk. Anglicismen -dat zijn verfranste Engelstalige (vooral Amerikaanse) woorden en structuren- krijgen ook een ruime behandeling in ons werk en waar mogelijk geven we steeds synoniemen uit de standaardtaal. Hoewel de aandacht in Lexogoth vooral uitgaat naar de standaardtaal besteden we veel ruimte aan de familiaire taal, dat is de taal zoals Franssprekenden die in hun alledaagse omgang gebruiken; we vermelden steeds bij de opmerkingen of een uitdrukking tot de familaire taal behoort of niet en ook hier trachten we synoniemen of alternatieve formuleringen uit de standaardtaal te geven. Ook het vulgaire taalgebruik et het typisch Franse fenomeen van het verlan komen uitgebreid aan bod.
3. Hoe onderscheidt Lexogoth zich van andere taalapps en websites?
Veel taalapps en taalwebsites richten zich op het snel en gemakkelijk aanleren van elementaire woordenschat door middel van de klassieke aanpak die gebaseerd is op geïsoleerde woorden, voorzien van een tekening, foto of vertaling. Hoewel deze aanpak nuttig kan zijn in de beginfase van het aanleren van een vreemde taal of bij het leren van gespecialiseerd vakjargon, schieten ze vaak tekort in het ontwikkelen van de actieve, productieve woordenschat die nodig is voor correct en vloeiend taalgebruik. Lexogoth is ontworpen om juist die kloof te overbruggen en onderscheidt zich op de volgende cruciale punten.
– Authentieke context: Vele populaire taalapps (Duolingo, Drops, Babbel,…) baseren hun woordenschatonderricht op het herhalen van losse woorden of erg eenvoudige zinnen, die vrij vaak onnatuurlijk aanvoelen (I can fly …). Het probleem hiervan is dat men aan de taalleerders niet toont hoe het woord in zijn natuurlijke omgeving, dwz in de échte geschreven en/of gesproken taal, wordt gebruikt: welke zijn de complementen die vaak samen verschijnen met het woord, wat is het taalregister waarin het wordt gebruikt, zijn er socioculturele elementen die het gebruik ervan beperken, welke betekenissen van zijn frequent en welke niet,… Lexogoth gaat uit van het principe dat een woord pas gekend is waneer een gebruiker weet hoe het in context kan gebruikt worden en tracht dit aan te leren door uitsluitend authentieke tekstfragmenten aan de gebruikers voor te leggen waarbij we extra aandacht geven aan frequente collocaties en idiomatische uitdrukkingen.
– relevante woorden en structuren: Daar waar apps vaak werken rond thematische lijsten (wonen, eten en drinken, zich verplaatsen, het dagelijkse leven,…) die studenten moeten memoriseren, bestaat Lexogoth uit een zorgvuldig, met de hand samengesteld corpus dat woorden en woordcombinaties weergeeft die actueel en relevant zijn en die met een (relatief) grote frequentie gebruikt worden. Om dat te garanderen, consulteerden we bij de opname van lemma’s steeds recente tekstcorpora.
– diepe verankering van lexicale kennis: Traditionele taalapps proberen hun gebruikers bij de les te houden door kortstondige sessies aan te bieden (Drops) waarbij het leren en oefenen van woordenschat als een spel wordt gepresenteerd (streaks, badges, achievements,…) door middel van eenvoudige invul-, vertaal- of uitspraakoefeningen. Lexogoth pakt het anders aan: de app bevat geen oefeningen in de klassieke zin van het woord. Het is de bedoeling dat gebruikers door herhaaldelijk en aandachtig lezen van de voorbeelden de patronen en correcte woordcombinaties diep verankeren. Dit proces, dat overigens sterk lijkt op de manier waarop moedertaalsprekers hun taal gebruiken (zie Lexical Approach, hierboven), zal ervoor zorgen dat de verworven kennis makkelijk opgehaald en gebruikt kan worden tijdens communicatieve situaties. Studenten zullen met andere woorden minder vaak moeten terugvallen op de tijdrovende en cognitief belastende woord-voor-woord zinsopbouw en zullen sneller en correcter kunnen reageren in communicatieve situaties.
– aandacht voor diversiteit in taal: taalregisters, geografische varianten en socioculturele context. De meeste apps schenken weinig tot geen aandacht aan de verschillende taalregisters die verbonden zijn aan het gebruik van woorden of specifieke betekenissen. Een gebrek aan aandacht voor deze nuances leidt tot ongepast of onnatuurlijk taalgebruik. Dezelfde opmerking geldt ook voor de geografische varianten van het Frans en de socioculturele componenten die aan een bepaald woordgebruik verbonden zijn, zoals het geval is bij het verlan-taalgebruik. Lexogoth besteedt aan deze diversiteit de nodige aandacht zodat de gebruiker niet alleen de correcte betekenissen van een woord gebruikt maar ook het woord in een passende context kan inzetten.
– geen AI-gegenereerd materiaal maar empirisch gevalideerde data: Talrijke taalleerapps en -methoden gebruiken generatieve AI zodat ze snel en goedkoop leermateriaal kunnen genereren. Dit is een slimme aanpak maar de kwaliteit van de gegenereerde zinnen is niet altijd even betrouwbaar omdat er regelmatig zinnen worden gecreëerd die onnatuurlijk zijn of woordcombinaties worden gebruikt die weinig tot niet voorkomen. In Lexogoth zijn de voorbeelden niet gegenereerd door AI maar zorgvuldig, handmatig geselecteerd uit relevante corpora met recent taalgebruik van moedertaalsprekers. We moeten wel toevoegen dat we soms DeepL, ChatGPT en Gemini gebruikten om het vertaalproces naar het Nederlands te versnellen. De vertalingen werden echter handmatig gecontroleerd en bijgewerkt indien dat nodig bleek zodat we toch een hoge nauwkeurigheid voor de gebruiker kunnen garanderen.
4. Hoe studeren we nu best woordenschat en hoe kan Lexogoth hierbij helpen ?
Woordenschatverwerving is een lastig en soms pijnlijk proces voor taalleerders: het is immers niet voldoende om de vertaling van een woord te kennen maar je moet er ook nog een heleboel andere zaken bij leren zoals het type complement dat volgt op een werkwoord, het juiste voorzetsel na een substantief, het taalregister waartoe een betekenis behoort, de uitspraak,…
Dit leerproces wordt volgens ons door Lexogoth nu enigszins verlicht en verkort: het corpus voorziet voor vele courante Franse woorden en combinaties meerdere, duidelijke gebruikscontexten die de gebruiker veel tijd kunnen besparen (opzoekingen in woordenboeken, doorgronden van moeilijke definities,…) en die hem nu de middelen geven om op betrouwbare wijze systematisch woordenschat te leren én te herhalen.
De gebruiker mag wel niet in de val van het gemakzucht vervallen want efficiënte woordenschatverwerving moet ook gepaard gaan met kwalitatief onderricht en zeer gerichte productieve oefeningen (spreken, interactie, schrijven). Maar dat is natuurlijk de taak van de docent…
5. Een project dat lopende is
Ondertussen (oktober 2025) bevat Lexogoth een kleine 40 000 aanklikbare items en we zijn nu bezig met het opvullen van de lacunes die (zeer zeker) nog aanwezig zijn in het werk. Dit proces zal zeker meerdere jaren in beslag nemen en we voorzien om de drie maanden een uitgebreide update.
6. Geciteerde werken
- Albaqami, M. (2022). The Role of Lexical Chunks in Promoting English Writing Competence among Foreign Language Learners in Saudi Arabia. Arab World English Journal, 13(2), 1-15.
- Bentolila, A. (2010). Le vocabulaire: pour dire et lire. In A. Bentolila, Parle à ceux que tu n’aimes pas: Le défi de Babel (pp. 157-174). Odile Jacob.
- Boers, F., Eyckmans, J., Kappel, J., & Stengers, H. (2006). Formulaic sequences and perceived oral proficiency: putting a Lexical Approach to the test. Journal of Second Language Writing, 15(4), 227-246.
- Laufer, B. (2022). Formulaic Sequences and Second Language Learning. In P. Szudarski & S. Barclay (Eds.), Vocabulary Theory, Patterning and Teaching: Studies in Honour of Norbert Schmitt (pp. 95-108). Multilingual Matters & Channel View Publications.
- Lewis, M. (1993). The lexical approach: The state of ELT and a way forward. LTP.
- Nation, P. (2001). Learning Vocabulary in Another Language. Cambridge University Press.
- Pawley, A., & Syder, F. H. (1983). Two puzzles for linguistic theory: Nativelike selection and nativelike fluency. In J. C. Richards & R. W. Schmidt (Eds.), Language and communication (pp. 191-226). Longman.
- Thornbury, S. (2002). How to Teach Vocabulary. Pearson Education.
- Wray, A. (2002). Formulaic language and the lexicon. Cambridge University Press.